top of page

In the first days of 2016 I took up writing poetry, again. Poetry is almost my first love, the first one being telling stories, I think. But words are certainly my best friends. They've always kept me company when I was lonely.

I write in Dutch, but may try to translate some of the poems in English, some day soon.

 My poems have no titles,

I just use the dates I started working on them, to keep them in a certain order.

4/4

 

Ik film en zie mijn eigen dochter liggen.

 

In de plaats van Bas – met

zijn nieuwe hart van iemand anders en zijn

open gesneden borstkas die nog niet terug is dicht genaaid.

 

Zijn mond hapt naar lucht.

Hij ligt met wijde ogen te wachten.

 

En zijn moeder zegt :

Manneke toch.

 

Mijn hoofd begin te scheuren.

 

Meiske toch –

ik wil je nooit verliezen.

 

Maar ergens ver weg in Europa

is dat toch gebeurd.

 

Een dochter die een dode dochter werd.

 

Met glazen bollen ogen

Die nooit meer zullen knikkeren

En nooit meer zullen kijken

Naar een goudvis in een zakje water.

 

Een dochter die een hart werd in een zakje ijs.

 

Zou ik het jouwe zo willen zien ?

Gefilmd in een ander land – door een andere

vader – een hart in een zakje voor een

ander kind ?

 

Knip.

 

Twee blauwe handen van rubber

dragen je naar Bas. Op een scherm verschijnt

het cijfer 22.

 

Zo begint een hart te kloppen.

Ook in mij.

14/4

 

Rotten rode lichtjes rijden door de ochtend.

 

Als een kudde bizons,

in hun eigen fijne stofwolk.

Koeien die zich cowboys wanen, elk

op weg naar hun eigen verre ogenschijnlijk vrije

westen.

Dan gaat de bom af.

 

De koeien krijgen vleugels, worden kraaien,

fladderen op. Verbaasd en haast verbolgen dat ze met zoveel

zijn en met zo weinig zijn gestorven.

 

Dat was toch niet wat we recent nog hadden

afgesproken ? Iedereen in de pas – zouden we toch allemaal

de eerste en de beste zijn ?

 

Het middelpunt van aandacht en van heel dichtbij betrokken

bij iedere historische gebeurtenis – minstens

één keer per week ?

 

Rotten rode lichtjes rijden door de avond.

 

Een lang gerekte kudde koeien,

snel haar huis.

 

Om wat gebeurd is maar niet overkomen,

van het scherm te grazen.

 

En nog uren te herkauwen.

11/1

Gedicht.

Eeuwig tegenwoordige tijd van

Gedacht.

Misschien had ik beter

nog wat gewacht ?

Ik heb niet genoeg

Te zeggen.

Veel te weinig

Om jullie in de weg te leggen.

30/9 

Het liefste van al wil ik

De anonieme dichter worden van

Het laatste vers

Dat de laatste mens op aarde

Prevelt – voor de

Zon uitgaat.

bottom of page